2.2.8.d. Afnameprocedure: kwaliteit testmateriaal
Wanneer een psycholoog een bepaald instrument afneemt, moet hij ervoor zorgen dat dit instrument in originele of bedoelde staat is. Wanneer het instrument afgenomen wordt in een slechtere staat dan bedoeld, bijvoorbeeld wanneer men werkt met slecht leesbare kopieën van een vragenlijst, kan dit een negatieve invloed hebben op de testuitslag, naast dat er mogelijk sprake is van een schending van auteursrecht (artikel 99 ‘Kennis van wettelijke bepalingen’). Het instrument meet in dit geval niet alleen de bedoelde eigenschap, maar ook hoe goed een kandidaat in staat is om te gaan met de verminderde leesbaarheid van de vragen. In dit kader is het ook van belang op te merken dat er zorgvuldigheid geboden is bij het omzetten van een klassieke papier-en-potlood taak naar een computertaak. Bijvoorbeeld bij cognitieve taken, zoals het aanwijzen van de grootste cirkel op een scherm, kunnen de helderheid, scherpte en grootte van het scherm een rol spelen in de testprestatie. Het is hierbij van belang oog te hebben voor gestandaardiseerde testafname, waarin de afnameconditie zo veel mogelijk gelijk is aan de conditie waarin het instrument genormeerd is. Voorkomen dient te worden dat onderlinge verschillen in testprestatie een gevolg zijn van afwijkingen in het aangeboden materiaal (zie ook de casus beschreven in BOX 10).
BOX 10: Kwaliteit testmateriaal
Schoolpsycholoog X heeft een leerling met aandachtsproblemen onder zijn hoede. De leerling heeft slecht gepresteerd op de toets aan het einde van groep 7. De vraag is of de leerling naar regulier vervolgonderwijs zal kunnen doorstromen of dat hij in groep 8 een aangepast traject zal gaan volgen. Ouders van de leerling twijfelen aan de geldigheid van het toetsresultaat; zij eisen dat de leerling de toets opnieuw mag maken. Als argument voeren zij aan dat er gewerkt is met hergebruikte toetsboekjes, waardoor hun zoon in de war raakte. Bij navraag door psycholoog X bleek dat de toetsboekjes inderdaad al in een andere klas gebruikt waren. De meerkeuzevragen waren daardoor al door andere leerlingen ingevuld. De klassendocent had dit “opgelost” door aan de kinderen de instructie te geven om niet te letten op wat er al ingevuld was en hun eigen antwoorden op een apart antwoordformulier in te vullen.
Toelichting BOX 10:
In de instructie van leerlingvolgtoetsen staat vermeld dat leerkrachten ervoor moeten zorgdragen dat leerlingen de toets zoveel mogelijk onder dezelfde omstandigheden maken, omdat alleen dan hun toetsresultaten vergelijkbaar zijn met die van andere kinderen. In het geval van de casus is het testmateriaal van ondeugdelijke kwaliteit, waardoor de betrouwbaarheid en validiteit van de scores van de leerling in het geding zijn. Doordat er al antwoorden ingevuld zijn, meet de toets niet meer alleen de beoogde kennis en/of vaardigheden, maar ook in hoeverre een leerling in staat is de storende informatie te negeren. Het lijkt aannemelijk dat het voor een leerling met aandachtsproblematiek of een onzeker kind des te moeilijker is om zich af te sluiten voor storende invloeden.
Schoolpsychologen dienen toezicht te houden op het gebruik van deugdelijke instrumenten en al het mogelijke te doen om een juiste testafname te bevorderen wanneer deze uitgevoerd wordt door docenten (artikel 31 ‘Medeverantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het team’). Het is aan te bevelen om afnameprocedures met docenten te bespreken en indien mogelijk te oefenen, zie ook artikel 33 ‘Hulp en steun aan collega’s, studenten en supervisanten’
Vergelijkbare situaties zijn het afnemen van gekopieerde psychologische vragenlijsten (met name als door het kopiëren de leesbaarheid is verslechterd), of het onzorgvuldig samenstellen van een digitale variant van een papier-en-potlood test. In het geval dat deze psychodiagnostische instrumenten door of onder verantwoordelijkheid van de psycholoog worden afgenomen moet deze zich kunnen verantwoorden voor de keuze en het gebruik van het testmateriaal (artikel 101 ‘Gebruik van doeltreffende en doelmatige methoden’). Vanzelfsprekend dient de psycholoog niet te werken met ongeautoriseerde kopieën van tests of vragenlijsten (artikel 99 ‘Kennis van wettelijke bepalingen’).