2.2.8.a. Afnameprocedure: verantwoordelijkheid
Wanneer de psycholoog bij het onderzoek gebruik maakt van psychodiagnostische instrumenten, dient hij zorg te dragen voor een juiste afname van deze psychodiagnostische instrumenten. Echter, indien verschillende professionals onder leiding van de psycholoog bij het onderzoek betrokken zijn, is de psycholoog tevens verantwoordelijk voor een heldere taakverdeling, die in het dossier wordt opgenomen. In deze taakverdeling wordt in ieder geval duidelijk wie verantwoordelijk is voor:
- de onderzoeksvraagstelling en de gevolgde onderzoeksprocedure,
- de onderscheiden testafnames,
- de scoring en het scoringsprogramma,
- de interpretatie,
- de rapportering naar de opdrachtgever en de nabespreking(en).
De psycholoog die het onderzoek uitvoert heeft de regie en de professionele verantwoordelijkheid over de gehele procedure van testafname, scoring, interpretatie en rapportering. Ook wanneer anderen in opdracht en onder directe leiding van de psycholoog onderdelen van deze procedure uitvoeren, blijft de psycholoog verantwoordelijk voor kwaliteit van deze werkzaamheden (artikel 32 ‘Verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van medewerkers’). Dit betekent bijvoorbeeld, dat de psycholoog ook de kwaliteit van werken van eventuele testassistenten waarborgt. Hierbij zijn een juiste instructie en het faciliteren van een deugdelijke testafname van belang; zie BOX 9.
De verantwoordelijkheid voor een juiste afname van de psychodiagnostische instrumenten geldt eveneens wanneer gekozen wordt voor afnames met behulp van de computer. De psycholoog verzekert zich ervan dat de psychodiagnostische instrumenten en de programmatuur passen in de onderzoeksopdracht en dat deze voor hem transparant zijn. Indien er gebruik gemaakt wordt van een geautomatiseerde rapportage dan dient de psycholoog zich ervan te vergewissen op welke wijze de berekening van testscores heeft plaatsgevonden (zie ook 2.3.1 ‘Onderdelen van het psychologisch rapport’).
BOX 9: Verantwoordelijkheid voor afnameprocedure
Psycholoog X onderzoekt een meisje van 10 jaar, waarbij hij onder andere de intelligentie wil meten middels afname van een intelligentietest. Ouders vragen of de test thuis afgenomen kan worden. Psycholoog X besteedt de afname van de intelligentietest uit aan zijn stagiair, een vierdejaars psychologiestudent met geringe ervaring met afname van deze test. De stagiair neemt de test bij cliënte thuis in de woonkamer af en rapporteert na afloop de scores aan Psycholoog X. Psycholoog X interpreteert de scores en concludeert in zijn rapport dat cliënte gemiddeld intelligent is. Later vertelt moeder dat het prettig was dat de test thuis afgenomen kon worden in de huiselijke sfeer; moeder kon zo af en toe eens wat lekkers brengen en een oudere broer, die ook in de woonkamer aanwezig was, had kunnen helpen bij de moeilijke vragen.
Toelichting BOX 9:
Verder is het relevant te melden dat de psycholoog erop toe dient te zien dat het de cliënt is die op de items reageert en dat deze dit zelfstandig doet, zonder hulp van anderen. Dit laatste is ook een aandachtspunt bij unproctored afname (zonder toezicht) van digitaal (online) testmateriaal. De Beroepscode legt de psycholoog de professionele verantwoordelijkheid op om methoden te kiezen die doeltreffend en doelmatig zijn en geeft zich rekenschap van de beperkingen van die methoden (artikel 101 ‘Gebruik van doeltreffende en doelmatige methoden’). Wanneer deze voorwaarden niet gewaarborgd zijn, is de psychometrische kwaliteit van het betreffende psychodiagnostisch instrument in het geding. Zo kunnen testscores door hulp van of afleiding door derden hoger of lager uitvallen dan gerechtvaardigd en krijgt men geen valide beeld van de eigenschap die men wil meten bij de geteste. Ook de betrouwbaarheid van de testscores is in het geding, omdat testscores bij een volgende afname, zonder afleiders, vermoedelijk zullen verschillen van de eerdere scores. Tot slot illustreert deze casus het belang van een goede instructie door de psycholoog aan testassistenten, als ook de debriefing van testassistenten om eventuele onregelmatigheden te kunnen vaststellen. De psycholoog draagt immers verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het werk van diegenen die dit onder directe leiding van de psycholoog verrichten, zoals in dit geval de stagiair (artikel 32 ‘Verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van medewerkers’). De psycholoog dient hen ook zodanig te ondersteunen dat deze personen de werkzaamheden op een professioneel en ethisch verantwoorde manier kunnen uitvoeren (artikel 33 ‘Hulp en steun aan collega’s, studenten en supervisanten’).
Bij de testafname dient de inrichting van de testsituatie aan de onderstaande voorwaarden te voldoen:
- De testafnames worden verricht door of onder verantwoordelijkheid van de psycholoog.
- De door de testauteur bedoelde procedure van afname, zoals vermeld in de handleiding, wordt gehandhaafd, bijvoorbeeld de wijze en omstandigheden van afname, instructie voor de geteste, de volgorde van afname, de volledigheid van de afname, het gebruik van een computer, het inlassen van gesprekken en praktijkoefeningen en eventueel andere eisen. Hierna worden enkele van deze aspecten verder toegelicht.